Saturday, February 17, 2007

Het nadeel van de twijfel

Het neonlicht schreeuwt mij toe met al zijn opdringerige passie die neonlicht eigen is. Ik hoor het wel, maar ik versta het niet. Iets met een snackbar ofzo. Vermoeid leun ik tegen de wisselgeld automaat naast de automatiek. Druppels vervormen de oorspronkelijke boodschap in de regenplas tot een wervelende kolk van licht en beweging. Het doet allemaal een beetje schizofreen aan, de ordinaire schoonheid van neonlicht op nat asfalt.

De Tempelierstraat, vrijdagavond 21: 55. Ik stel mezelf de vraag die iedereen die op dit tijdstip in de Tempelierstraat is zich zou moeten stellen. “Wat de fuck doe ik hier?” Ik zou natuurlijk wel antwoord kunnen geven. Even gekeken voor een nieuwe bureaustoel bij de Ikea, en nu probeer ik over te stappen. Ik sta op de bus te wachten in een straat die onmiskenbaar de lelijkste straat van Haarlem genoemd mag worden. En toch heeft deze straat in al zijn ordinaire lelijkheid zo zijn eigen schoonheden. Schizofrenie alom.

Mijn hele leven is eigenlijk 1 grote tegenstelling. Het begon al op de basisschool. Slim, ontwikkeld en sociaal, maar toch bestempeld als probleemkind. Een kei in geschiedenis, biologie en aardrijkskunde, maar toch nooit geschat op meer dan een moeizame schoolloopbaan op de Mavo. 10 jaar later gooi ik hoge ogen op de universiteit. Wat mensen over me gezegd hebben in die 10 jaar heeft me altijd koud gelaten. Maar zo rotsvast als ik in het leven sta, zo klein en fragiel ben ik weer als het op vrouwen aankomt. Zo volwassen als ik het leven anno 2007 pleeg aan te pakken, zo hysterisch blijft mijn herseninhoud rondkolken in mijn schedel op het moment dat de juiste vrouw even niet het juiste woord zegt.

Alles in mijn leven kan je op deze weegschaal leggen. Ook qua vrienden weet ik nooit precies hoe ik mijzelf moet inschatten. Ik heb veel vrienden, maar geen beste vrienden. Gangmaker op feestjes maar nooit de ster van de show. Geliefd gezelschap of eeuwige tweede? Misschien wel allebei, wie zal het zeggen. Een praatpaal ben ik, sociaal, grappig en scherp van geest. Aangenaam gezelschap. En toch verkies ik boven alles het leven als emotionele kluizenaar met een slot op mijn emoties. Vaak gezien maar nooit begrepen.

Qua aandacht van vrouwen ook geen gebrek, alleen nooit een bevredigende uitkomst. Vaak geliefd maar nooit bemind. Mijn drukke leven met studie, werk, schrijven, beats maken en het runnen van mijn eigen radioshow. Haal ik het maximale uit mezelf, of zit ik gewoon overvol? Ik doe een hoop. Ben ik veelzijdig of gewoon overal net niet goed genoeg in om me puur daarop te focussen? Ik ben geen pessimist, maar wordt soms toch verscheurd door knagende twijfel.

“Godverdomme, waar blijft die klote bus nou?” De Tempelierstraat, vrijdagavond 22:10. Nog steeds de even mistroostig doch wonderschoon aandoende neonreflectie op het steeds natter wordende asfalt. Ik duik diep weg in mijn capuchon en neem langzaam nog een laatste hijs van mijn enige gezelschap op deze vrijdagavond. Het laatste stompje hasj joint sterft een zachte dood in een kleine plas regenwater. Ik voel me verrot, maar zelfs mijn bedrukte emotionele toestand heeft een soort van absurde schoonheid. Hoe vervelend het ook is, ik voel tenminste dat ik leef. Mijn bloedend hart zingt de blues in volle hevigheid. Moet ik balen van mijn emoties, of gezegend zijn met het feit dat ook verdriet het leven de moeite waard maakt?

Daar stopt dan eindelijk de bus. Ik tover m’n OV tevoorschijn en doe geen enkele moeite om de buschauffeur ook maar 1 moment aan te kijken. Met mijn jas als mijn vesting plof ik neer op een bank en sluit me compleet af voor de buitenwereld. Mijn muziek uit de MP3 speler iets te zacht, mijn high iets te hard en mijn kop veels te veel uit balans. Zoveel vragen, zoveel antwoorden. En telkens geef ik mezelf het nadeel van de twijfel.



(Jiggy Dje – Ik ben alleen)

Ik zit vast in die trip, vast in m’n kop
Houd al die shit verborgen
M’n hart bloedt, zwart van de woede
Opgekropt uit angst voor gevolgen

Wednesday, February 7, 2007

Drijfzand

Twee mensen die in een kamer staan te roken. Op zich niks vreemds aan. Zij rookt een sigaret, ook niks vreemds aan. Alleen komt bij mij de rook niet uit m’n mond, maar uit m’n oren. Driftig drukt ze haar peuk uit en kijkt me indringend aan. Ik zeg niks, omdat ik weet dat het toch niet helpt. Om haar blik kracht bij te zetten bijt ze me plotseling toe: “En ik maar denken na vorige week dat je me echt een kans gaf! Punk’d!” Zo kalm als ze net was, zo giftig is ze nu. Ik zeg niets, maar de rook uit m’n oren wordt met de minuten zwarter. Op bijtende toon spreekt ze elk woord en snijdt me door mijn ziel. “Universiteit en Mavo is ook een heel verschil hè Marius? Waarom zou je ook naar me luisteren?!”

Eindelijk verhef ik mijn stem maar weer eens: “Tuurlijk joh, wat jij wilt! Als ik ook maar 1 seconde had getwijfeld aan hoe serieus ik je moest nemen, waarom zou ik dan überhaupt met je praten? Genoeg mensen op deze aardbol die graag genoeg een woordje met me willen wisselen. Maar op een of andere manier ben ik meer met jou bezig dan met wat dan ook! Rara, hoe kan dat?” Triomfantelijk loop ik naar haar toe om haar te aaien. Hiermee scoor ik punten, en ik weet het. Of tenminste, ik dacht het te weten. Plotseling duwt ze me weg, waarbij ze mijn lip open haalt met haar nagel. De tranen staan in haar ogen: “Owja, dus ik verzin dit allemaal maar? Nu ben ik weer het geschifte wijf zeker! Want ik begrijp het nooit, en het is volgens jou allemaal mijn schuld! Altijd!”

Bloed stroomt via mijn bovenlip mijn mond in. Het proeft een stuk zoeter dan de situatie waar ik in verkeer. Ze voelt zich miskent omdat ik haar niet serieus zou nemen. Dan probeer ik haar te zeggen hoe serieus ik haar neem, hopende dat ze echt ziet hoe belangrijk ze voor me is. Maar de uitwerking is een negatiefbeeld van alles wat ik bij haar probeer op te roepen.. Nu heb ik haar onbewust blijkbaar voor geschift wijf uitgemaakt. En misschien heb ik dat beeld ook onbewust wel bij haar opgeroepen. Maar dat is nooit mijn bedoeling geweest en daarom voelt het zo verdomde pijnlijk dat ik het niet kan veranderen.

We’re running round in circles. Steeds dezelfde gesprekken met een steeds even onbenullige aanleiding. Vandaag was de aanleiding het niet snel genoeg reageren op MSN. Je kunt het zo gek niet bedenken of het is wel een aanleiding.

En dat is nog niet het ergste. Want veel problemen zou je met praten op kunnen lossen. Hier is echter sprake van een typisch drijfzand conflict. Bij elk woord wat ik uitbreng zak ik weer een centimeter dieper weg in het moeras. Hoe harder ik spartel, hoe sneller het gaat. En op een gegeven moment zijn we beiden zo verrot dat er echt niets zinnigs meer uitkomt.

Nu even terug naar de kamer. Nu ben ik degene die mijn geduld verliest. “Stomme trut dat je bent! Het is godverdomme ook nooit goed genoeg voor jou heh?! Voel je jezelf niet serieus genomen, zeg ik je hoeveel ik om je geef. Voel je jezelf lelijk, dan zeg ik je hoe mooi je bent. Voel je jezelf dom, vertel ik je hoe slim je bent. Maar blijkbaar nooit op de goede manier! Je weet er altijd wel iets lelijks van te maken! En als ik het na duizend keer nog steeds niet over kan brengen, laat dan maar!”

Ze is niet onder de indruk. “Jij iets overbrengen? Hoe dan? Je kunt niet eens naar me luisteren! Je moet altijd alles voor me invullen!” Het gif schiet door m’n aderen. “Nou, op een of andere manier zijn er in mijn omgeving genoeg mensen om het tegendeel te bewijzen. Bij jou is het lekker stil de laatste tijd! Hoe zou dat nou komen? Misschien omdat je iedereen wegduwt? Als mensen hun hand uitsteken sta je klaar om de helpende hand af te hakken!” De tranen rollen over haar wangen,en ook ik hou het niet meer helemaal droog. “Marius, jij bent gewoon een sociale hoer omdat je vroeger iets te kort kwam. Omdat de grote boze buitenwereld jouw tere zieltje vroeger gekwetst heeft moet je blijkbaar je hoofd heel diep in de reet van je omgeving steken ter compensatie.”

“Nou, dan neukt deze sociale hoer in het vervolg wel iemand anders!” Ik loop weg zonder om te kijken. Ik trek de deur met een klap achter me dicht, terwijl ik haar luid snikkend in haar kamer achterlaat. Met ferme passen loop ik de trap af. Maar het is geen boosheid dat mij bij haar weghoudt. Het is pure machteloosheid die zich nu van mij meester maakt, omdat alles wat ik zeg omgekeerd bij haar aankomt.

En ongetwijfeld ook vice versa, ik ben soms geen haar beter! Het liefst zou ik ook weer aanbellen om haar in mijn armen te sluiten. Maar in alle maanden dat ik haar ken hebben we ruzie gemaakt over dezelfde dingen. En hoe vaak het ook goed lijkt te gaan, uiteindelijk zijn we beiden geen centimeter opgeschoten. Doodongelukkig word ik ervan. Hoe graag ik ook wil dat alles goedkomt, het blijft ijdele hoop! Ik geloof er niet meer in. Dus dit was het dan! Het is over, en godverdomme wat doet dat pijn!



(The Procussions ft. Talib Kweli - Miss January)

I had to say goodbye to Miss January, she had a hold on my mind for so long
I learned a lesson in life from Miss January, the weight left in my heart is less heavy,
when the first light shines, the first light shines in June.