Sunday, November 19, 2006

Gelijkgestemden

En plots is hij er weer, als een duveltje uit een doosje. “Goedemorgen Marius, heb je me gemist?” Breed lachend kijkt hij me aan. Ik lach terug. Ik vind het grappig om te zien hoe we op precies hetzelfde moment precies hetzelfde kunnen lachen. Zogenaamd stoer roep ik ‘hey ouwe, je bent nog geen moer veranderd,’ terwijl ik weet wat komen gaat. ‘Jij anders wel kerel, niet zo fraai heh?’ kaatst hij me terug. Auw… hij is er weer.

‘Marius, ik kom eigenlijk langs omdat er toch nog wat dingen zijn gebeurd de laatste tijd waar ik het even met je over wil hebben.’ Schuldbewust kijk ik naar beneden omdat ik weet dat ik hem heb verwaarloosd. ‘Kom maar op!’ roep ik quasi standvastig, maar mijn maag draait rondjes van schaamte. Ongemakkelijk kijken we elkaar aan. Weer precies diezelfde blik.

‘Nou, laten we het even hebben over dat meisje van je. Was het verdomme echt zo moeilijk om gewoon eventjes naar me te luisteren? Je wist dat ik gelijk had right?’ Ik kan niets anders doen dan bevestigend knikken. Hij knikt met me mee en vervolgt zijn verhaal. ‘Het probleem is dat jij achteraf je kansen pas kan inschatten.’ Voor het eerst sputter ik even tegen. Lichtgeraakt antwoordt ik ‘Ja maar hey! Dat is lekker makkelijk! Ze heeft me misleidt. Ze zei dat ze tijd nodig had om aan het idee van ons samen te wennen. Als ze zichzelf eerst kwetsbaar, bijna breekbaar opstelt en vervolgens roep dat ik geen tegengas durf te geven, wiens schuld is het dan eigenlijk?’

Hij laat zich door mijn tegenstootje echt niet van de wijs brengen. Ik wil het liefst zwelgen in zelfmedelijden, en gelukkig weet hij er weer eens een stokje voor te steken. ‘Dat is bullshit Marius, luister nou even goed naar me! Het is allemaal geen schande, begrijp me niet verkeerd. Jij bent uiteindelijk degene geweest die op de rem getrapt heeft, dus gedraag je nou niet alsof je gedumpt bent. Ik moet je wel nog even een complimentje maken over dat gesprek. Het was het liefste en nederigste als-je-nou-niet-tot-inkeer-komt-ga-dan-maar-weg gesprek dat ooit op deze aardbol gevoerd is. Helemaal eerlijk was je niet, maar voor fuck sake, wat deed het er toen nog toe? De hoofdlijnen klopten, dat is het belangrijkste.’ Ik zwijg en kijk hem aan. Ik lach voorzichtig. Hij lacht terug. Weer diezelfde lach.

‘En maak je nou ook eventjes geen zorgen over haar verwrongen beeld van je. Je speelde haar spelletje volgens haar regels.’ We ijsberen door de kamer en halen een diepe hap adem voordat hij zijn monoloog voortzet. ‘Laat haar maar denken dat ze je in de tang had. Natuurlijk was de inhoud van haar conclusie net zo rechtvaardig als Paris Hilton die er vandoor gaat met de Nobelprijs voor de natuurkunde. Why the fuck should you care? Jij weet toch wel beter?’ Ik kijk en glimlach, wetend dat hij nu echt terug is. Ik heb hem gemist, en hij mij ook. De druk is van de ketel. We zijn nog niet dichter dan 2 meter in elkaars nabijheid geweest, maar in gedachte hebben we elkaar alweer doodgeknuffeld. En zo hoort het!

Nu is het mijn beurt om te praten. ‘Hey, stel je nou voor, gewoon even hypothetisch.’ Ik kijk uit het raam en zoek naar de juiste woorden. ‘Als ik dat misverstand omtrent haar psychologisch overwicht nou uit de wereld zou willen helpen,hoe zou ik dat dan moeten aanpakken?’ Hoofdschuddend kijkt hij me aan. ‘Daar heb je een woord voor met vier letters. N. I. E. T!’ Na een diepe hap adem vervolgt hij zijn spel. ‘Waarom denk jij altijd dat je achteraf nog alles uit kan leggen. Je weet dat het bullshit is. Je hebt maar 1 kans. Als je elkaar tegenkomt moet je snel zijn met het zetten van het juiste beeld. Eigenlijk heb je maar 1 kans om jezelf juist te presenteren. Het is een beetje als het lopen van de marathon. Als jij doodleuk een half uur te laat aan de start verschijnt is er niks aan de hand.’

Ongelovig kijk ik hem aan. Ik weet dat hij nu onverwacht uit de hoek gaat komen. Hij laat even die stilte vallen als psychologisch instrument. Ik weet het en hij weet het ook. ‘Je kunt de marathon best wel winnen dan, alleen moet je wel in staat zijn om een sprint te trekken van 42 kilometer. Dus in de praktijk is het nog steeds Godsonmogelijk.’ Een schaterlach rolt door de kamer. Je had me even goed op het verkeerde been gezet. Ik wist dat je het ging doen, en toch trapte ik er weer in. ‘Moraal van het verhaal: Eerste indrukken wis je niet meer uit. Het kan wel, maar dan moet je of uitzonderlijk goed zijn, of extreem veel tijd krijgen. Extreem goed ben je niet, anders had je deze fuck-up in eerste instantie niet gemaakt. Extreem veel tijd heb je ook niet, aangezien jullie besloten hebben om niet samen verder te gaan. Weet je wat jij zou moeten doen?’

Ik kijk hem aan en vraag ’Nou, wat zou ik moeten doen dan?’ Hij kijkt me triomfantelijk aan en zegt: ‘Niets, helemaal niets mijn vriend.’ Weer voel ik mezelf op het verkeerde been gezet. ’Je hebt een druk leven vol met dingen die absoluut de moeite waard zijn. Wees nou gewoon eens blij met wat je hebt. Het is godverdomme pas 2 dagen naar de knoppen, en je treurt al niet meer. Laat haar maar denken dat ze oppermachtig was. Je kunt het haar ook onmogelijk kwalijk nemen. Jij hebt het spel gespeeld op jouw manier, zonder de spelregels te kennen. Dat willen corrigeren is net zoiets als schaakmat staan na 4 uur spelen, en dan vragen of je het potje vanaf de 5e zet mag overspelen, omdat je toch liever je loper dan je paard had willen verplaatsen. Dat van haar vragen is totaal onredelijk. Als je dat had willen doen had je in die bewuste zet je paard moeten pakken in plaats van je loper. Je kunt je nu wel komen klagen dat ze ernaast zit. Maar hey, zeg eens eerlijk! Wiens schuld is dat nou eigenlijk? Had ze zonder je strategie te kennen moeten zeggen dat je beter je loper had kunnen verplaatsen? Lijkt me niet!’

‘Je hoeft namelijk ook niet meteen de deur dicht te trappen, weet je.’ Lichtelijk verbaast kijk ik hem aan. ‘Jullie haten elkaar niet ofzo. Ga verder met je leven, en verwacht niets meer van haar. Trap haar alleen niet de grond in, ze heeft nog steeds je nummer. Ik weet dat de situatie je frustreert, maar ga nou geen dingen meer proberen te redden die toch niet meer te redden zijn. Laat het rusten.’

Eerlijk is eerlijk. Ik heb deze man in mijn leven zo ongelofelijk gemist de afgelopen 7 weken. Terugkijkend snap ik niet eens dat ik het zonder hem überhaupt zo lang heb volgehouden. ‘Bedankt voor dit gesprek man’ zeg ik tegen de spiegel. De man op de glazen plaat kijkt me aan en lacht hartelijk. Ik lach terug. We weten beiden dat deze kleine nachtmerrie ten einde is. Mijn spiegelbeeld maakt me nog even duidelijk dat ik me nu echt moet gaan omkleden voor die laatste trein richting Amsterdam. ‘Ik zie je over 10 minuten beneden in de hal’ zeg ik.

Onderweg naar mijn kledingkast besef ik me 1 ding heel erg goed. Wat liefde, hoop en alles daar tussenin ook met je doet, vergeet vooral niet naar jezelf te luisteren. De stress van de laatste weken glijdt binnen no-time van me af. De MP3 speler gaat aan. Hij en ik staan klaar om naar het station te lopen. Twee zijn samen een, zoals het de afgelopen jaren altijd geweest is en hopelijk altijd zal blijven. Voor ik de deur uitloop kijk ik ‘hem’ nog een laatste keer aan. Ik lach en hij lacht terug. ‘Kom op man’ zegt hij, ‘tijd om de wereld te veroveren!’

1 comment:

Unknown said...

Hele mooie teksten Marius!
Allebei bijzonder op hun eigen manier.

Ik word je eerste echte fan!
Maak een boek, zou ik zeggen.

Kusjes Martine